Tweede energiebron

Glastuinbouw Nederland heeft zich het doel gesteld om in 2040 fossielvrij (zonder gas) te telen. De aardwarmte installatie is de eerste stap geweest naar het fossielvrij telen.
De biomassa-installatie wordt als tweede energiebron ingezet om warmte te produceren voor in de kas zonder gebruik te maken van aardgas. Deze installatie zal in de koude periode gebruikt worden als aanvulling op de aardwarmte.

De biomassa-installatie bij Hoogweg bestaat uit 2 ketels, elke ketel heeft een vermogen van bijna 15 MW. Het proces is vergaand geautomatiseerd. Aangeleverde houtsnippers worden opgeslagen in een bunker, de onbemande bovenloopkraan zorgt voor een continue aanlevering van houtsnippers naar de ketel. De proces operator zorgt voor de juiste instellingen waarmee een optimale verbranding plaatsvindt.

Hoe werkt de biomassa-installatie?

De houtsnippers worden vanuit de bunker door middel van een grijper naar een verzamelbak “een Hopper” gebracht. Door middel van opvoerbanden komt het hout dan in de ketel terecht.

Het verbrandingsproces bestaat uit verschillende variabelen die nauw op elkaar aansluiten:

  • toevoer van houtsnippers (soort en hoeveelheid)
  • toevoer van lucht (hoeveelheid van de lucht die de ketel in komt en de manier waarop, van boven of van onderen).

Hoe beter de verschillende variabelen op elkaar afgestemd zijn, hoe beter de verbranding is en zal er weinig restproduct zijn.

Na het verbranden worden de rookgassen gefilterd op stikstof en fijnstof in een groot doekenfilter.
Om de rookgassen maximaal af te koelen gaan de gassen door een condensor, waarna ook nog door middel van warmtepompen de rookgassen verder terug gekoeld worden. Er wordt gestreefd naar een rookgastemperatuur van 15-20 graden, wat door de schoorstenen van 40 meter hoog naar buiten gaat. De warmte die is vrijgekomen uit de rookgassen worden gebruikt voor het verwarmen van de kassen.
Het as wat overblijft na het verbrandingsproces wordt opgevangen en afgevoerd.

Better biomass/NTA 8080

In de biomassa installatie bij Hoogweg wordt uitsluitend hout verbrand uit reststromen. Er wordt lokaal snoeihout gebruikt dat ontstaat bij het onderhoud van bossen, wegen en plantsoenen. Bij duurzaam telen hoort geen verbranding van pellets of bomen, dit zou financieel ook niet passend zijn.

Het ingezette snoeihout is altijd gecertificeerd met het duurzaamheidskenmerk NTA8080 die door een onafhankelijke auditor wordt afgegeven. Een jaarlijkse controle is onderdeel van de procedure. De Europese Unie (EU) erkent dit kenmerk en het voldoet aan de eisen van de richtlijn hernieuwbare energie. Dit kenmerk waarborgt dat het hout duurzaam is geproduceerd, verwerkt en verhandeld.

Restproduct

De moderne installatie zorgt voor een optimale verbranding van hout, het streven is om continue het hoogste rendement uit het proces te halen. Een belangrijk onderdeel van het verbrandingsproces is het zorgen voor een goede reiniging van de rookgassen. Verschillende installaties zorgen ervoor dat bijvoorbeeld de assen uit de rook worden gezuiverd voordat deze lucht door de schoorsteen naar buiten gaat.