Eigenaar Leo Hoogweg begon in 1998 met de teelt van paprika’s op 7 hectare. Inmiddels telt het familiebedrijf op de pieken van het seizoen zo’n 700 medewerkers, en volgend jaar 850. Annet Hiemstra is ruim een jaar in dienst. Ze is gedreven om het bedrijf nog meer op de kaart te zetten. “Waar we naartoe willen is dat iemand die een baan zoekt in de Noordoostpolder eerst bij Hoogweg kijkt. En weet: daar is werk in tal van sectoren.”
Het bedrijf is “behoorlijk gegroeid”, zegt Leo Hoogweg met gevoel voor understatement. We spreken elkaar in het kantoor van het kassencomplex, in het hart van het bedrijfsterrein bij Luttelgeest. Wie het kantoor bezoekt, komt eerst langs honderden meters aan kassen, biomassa- en aardwarmte-installaties en woningen voor internationale medewerkers. Want: zorg voor haar mensen is een van de speerpunten van het familiebedrijf.
Toen oprichter Leo Hoogweg in 1986 met 1 hectare tomatenteelt begon, dacht hij wel aan groei, maar niet aan een bedrijf van de huidige omvang. Na twaalf jaar tomaten telen ging hij in 1998 over op paprikateelt. Door de beperkte ruimte in het Westen verhuisde Hoogweg Paprikakwekerijen in 2008 naar Luttelgeest. In 2016 begon Hoogweg met twee kassen in Marknesse, het jaar erop volgden daar nog eens twee kassen. Vorig jaar (2024) nam het bedrijf met de bouw van drie kassen een derde locatie in Marknesse in gebruik. In totaal omvat het areaal nu 190 hectare. Met de twee kassen in aanbouw en de overname telt Hoogweg 220 hectare – oftewel: 440 voetbalvelden – verdeeld over zes locaties.
Leo: “In de eerste plaats om een praktische reden. Ik had in 1998 ik de mogelijkheid om van 2,2 naar 7 hectare uit te breiden. Voor tomaten is veel arbeid nodig. Paprika’s zijn arbeidsvriendelijker. Daarnaast: de paprika is een mooi product. Onze missie is om op de meest efficiënte en duurzame wijze paprika’s van hoge kwaliteit te produceren.”
Leo: “Efficiënt en duurzaam werken geeft inderdaad perspectief voor groei. Schaalvergroting biedt ruimte voor investeringen, zowel op het gebied van energie, als in de bedrijfsvoering. Door de grote schaal waarop wij onze paprika’s telen, kunnen we het sorteer- en verpakkingsproces in eigen beheer houden. En hebben we de mogelijkheid deze processen te automatiseren. Zo hebben we de bekende ‘stoplichtverpakking’ rechtstreeks klaarstaan voor de klant.”
“Daarnaast zorgen we ervoor dat mensen graag voor ons werken, dat ze terugkomen als het teeltseizoen weer begint.” Annet vult aan: “Dat doen wij door goede arbeidsvoorwaarden, maar ook door een familiaire sfeer in het bedrijf. Iedereen wordt hier gelijk behandeld. Er is net zo goed een kerstpakket voor de seizoenswerker die een paar maanden heeft meegedraaid als voor de vaste werknemers.”
Leo: “Dat is een van onze grote uitdagingen. Bij elke groeispurt hebben we meer mensen nodig. In de winter maken we een theoretische inschatting van het aantal mensen dat we het nieuwe seizoen nodig hebben. We proberen zoveel mogelijk onze mensen aan ons te binden. Er is een groep werknemers die in november de laatste paprika’s snijdt en dan in ‘winterslaap’ gaat. Zij zorgen ervoor dat ze weer terug zijn in het (vroege) voorjaar. Er is ook een groep die graag het jaar rond wil werken, volgend jaar zo’n 250 mensen. Zij pakken in de winter alle werkzaamheden op die er zijn, en verkassen in het voorjaar weer naar de gewas-, of verpakkingswerkzaamheden.”
Daarnaast heeft Hoogweg elk jaar nieuwe instroom nodig. “Daar schuiven we mee, op basis van de start van het seizoen”, zegt Leo. “Veel mensen denken dat we in de glastuinbouw niet afhankelijk zijn van het weer, maar dat klopt niet. Het weer heeft grote invloed op de bedrijfsvoering en kwaliteit van de paprika’s. We gebruiken geen kunstlicht en hebben in de winter geen productie. Want de paprikabloem kan alleen groeien bij voldoende licht.” Annet: “Een zonnige winter betekent een vroege Nederlandse paprika, zoals in 2025. De eerste piekweek hadden we toen half april al te pakken. We hadden dus al vroeg extra mensen nodig. We schakelen continu met uitzendbureaus. Op weekniveau weten we hoeveel mensen we nodig hebben.”
“Ik kom uit de zuivelsector, dus van paprika’s wist ik nagenoeg niets. Dat was geen probleem. Je kunt hier veel leren. Het leuke aan de glastuinbouw is de grote dynamiek gedurende het seizoen. Net als tijdens de teeltwissel. Alle processen zijn strak achter elkaar gepland. Als er ergens een probleem is, moet je snel kunnen schakelen en niet in de stress schieten. Ook de sterke drive tot het verbeteren van processen spreekt mij aan.”
De afgelopen jaren is er veel energie gegaan naar de groei van het bedrijf. Leo blijft plannen maken”, lacht Annet. “Als de nieuwe kassen eind dit jaar gereed zijn, maken we een pas op de plaats. We zetten in op de organisatie stabiliseren en verder structureren. We zien dat we nu op bepaalde plekken nieuwe mensen nodig hebben. Vroeger hadden we twintig à dertig mensen werken in onze verwerkingshal. Nu zijn er twee honderd mensen bezig met verpakken en sorteren. Dat vraagt om een aanpassing van de organisatie en het splitsen van verantwoordelijkheden. Daarom zoeken we nu een operationeel manager voor onze vier verwerkingshallen. Die is verantwoordelijk voor het gehele proces na het oogsten van de paprika’s: sorteren, verpakken, bewaken van de kwaliteit en het interne transport tussen de verschillende locaties, tot het moment dat de paprika’s op het dock staan voor transport naar de klant.”
Annet: “We zijn nog niet bekend genoeg als dé werkgever in de polder. Daarom zetten we een nieuwe stap in onze HR-organisatie. We zoeken iemand die een sleutelrol gaat vervullen in het aantrekken van talent en het versterken van ons werkgeversmerk. Want op basis van je capaciteiten en ambities kun je hier veel doen en veel ruimte krijgen.”
Leo: “Verder halen we energie en techniek op managementniveau uit elkaar. De nieuwe Maintenance Manger kan het aanspreekpunt worden voor alle machines en installaties op basis van zijn kennis en ambities. Voor deze functie is technisch inzicht nodig, maar net zo belangrijk is dat iemand bij onze cultuur past: no nonsens, laagdrempelig en een sterke verbeterdrive. We zoeken iemand die in staat is het team mee te nemen. We hebben korte lijntjes en sparren geregeld met elkaar.”
Leo: “In 2016 zijn we begonnen met de energietransitie. We zijn gaan boren naar geothermie. Sinds 2020 hebben we ook een biomassa-installatie Op dit moment voorzien we ruim tachtig procent van onze warmtevraag in de kassen met aardwarmte en biomassa. Circa vijftig procent van ons stroomverbruik komt van zonnepanelen. In de zomer leveren die meer stroom op dan we kunnen verbruiken. Dan zetten we de stroom door middel van een e-boiler om in warmte. Zo gaat er nooit energie verloren. Elektra die we zelf niet kunnen gebruiken wordt op het net gezet om huishoudens te voorzien van stroom.”
Annet: “Deze investeringen zorgen voor veel minder CO2-uitstoot. Ook kostprijstechnisch is het gunstig. Door deze investeringen hebben we relatief weinig last van de energiecrisis. We willen toe naar een volledig energieneutrale glastuinbouw in 2040.”
